Schoolgerelateerd
Home / Trajecten / Schoolgerelateerd
Uitdagingen
Veel kinderen die bij mij in de praktijk komen met uitdagingen op school, filteren als eerste de zintuiglijke informatie via hun rechterhersenhelft (zie voor meer informatie bij Leerstijl). De rechterhersenhelft staat (voor de meeste mensen) voor het allereerst ervaren en zoeken naar de verbanden. Kenmerkende vragen zijn dan ook vaak: “Wat bedoel je?” Of: “Wat is de bedoeling?” Ze zoeken eerst de samenhang en het kader waarbinnen ze kunnen denken. Ze denken vanuit het geheel in plaats van uit delen.
Voor deze kinderen is het van belang dat de instructie die op school wordt aangeboden uitgelegd wordt vanuit het geheel.
Om kinderen hierbij te helpen gebruik ik verschillende hulpmiddelen:
Ik leer anders
De ‘Ik leer anders’ methode gaat uit van het geheel. Woorden worden als geheel aangeboden. Waar spelling vaak gericht is op de losse delen, nl. de klanken en letters, gaat de ‘Ik leer anders’ methode uit van het hele woord. De woorden worden als een plaatje in het hoofd opgeslagen en dus ook weer als een plaatje ‘herinnerd’.
Kinderen die moeite hebben met spelling en leren via de ‘Ik leer anders’ methode, denken vaak andersom. Eerst leren ze het hele woordbeeld en dan gaan kinderen begrijpen waarom iemand een regel heeft bedacht. “Oh, daarom hebben ze de letterdief bedacht! Ze halen er steeds een letter weg!! Nu zie ik het!” Wordt eerst de regel aangeleerd dan raken deze kinderen vaak totaal de weg kwijt. Doen hun uiterste best om de regel toe te passen maar hebben geen idee waarom.
Meer informatie over de ‘Ik Leer Anders’ methode is te vinden op de site:
Jamara rekenmethode
De Jamara rekenmethode gaat uit van het ervarend leren. Ieder mens leert iets nieuws door het als eerste te ervaren. Bij een peuter is dat het meest zichtbaar. Alle zintuigen worden ingezet. Er wordt naar iets gekeken, gevoeld, geproefd, enz. Wanneer je iets hebt ervaren kan de stap worden gemaakt om ermee te gaan ‘spelen’. Dit is eerst op 3-dimensionaal niveau, zoals je dat ook bij peuters ziet. Ze gaan met de blokken, die ze eerst in hun mond stopten, een toren bouwen, gooien het om en hebben het grootste plezier. Ze leren door te doen. Daarna zijn ze er klaar voor om ook te herkennen dat een plaatje van een blok in een boek hetzelfde is als het blok die ze in hun handen hebben. En zo wordt het leren steeds meer abstract van ervaren, 3-dimensionaal naar 2-dimensionaal op het platte vlak.
De stap van het ervaren naar 3-dimensionaal en vervolgens naar 2-dimensionaal zijn cruciale fases. Wanneer voor deze stappen niet de tijd is genomen en is gewacht totdat een kind als vanzelf overgaat naar de volgende fase, zijn de hersenen en daarmee het lijf nog niet klaar om deze fase zich eigen te maken. Het kind gaat dan compenseren en zichzelf een truukje aanleren om toch te kunnen voldoen. Vooral bij de meer slimme kinderen is daardoor in de eerste schooljaren vaak niets te merken hoeveel energie deze stappen van hen vragen.
Bij de Jamara Rekenmethode wordt daarom altijd eerst gestart om te ervaren wat rekenen inhoudt. Hier worden de handen bij gebruikt. Het doel is om het optellen en aftrekken tot 20 te automatiseren. Dit is de basis van het rekenen. Wanneer deze informatie goed in de hersenbalk is opgeslagen kan je rekenen. Je hebt dan ervaren wat een getal is, wat de richting is van het rekenen (wat is meer en wat is minder) en dit te kunnen toepassen.
Berenmethode
De Berenmethode is een methode ontwikkeld door Don Meichenbaum. Veel kinderen die moeite hebben met de concentratie (aandacht en werkhouding) zijn gebaat bij deze methode. De methode gaat uit van de volgende (begin)stappen:
- Begrijp je de instructie? M.a.w. WAT moet je doen?
- Weet je welke stappen je moet doen? M.a.w. HOE moet je het doen?
Wanneer een kind in staat is deze stappen te verwoorden kan een kind zelfstandig aan de slag.
De Berenmethode is een handvat voor kinderen, ouders en leerkrachten en vaak een onderdeel van verschillende hulpmiddelen.
Geef me de 5
De Geef me de 5 methode is ontwikkeld door Colette de Bruin voor kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). De methode gaat uit van de volgende onderdelen:
- WAT moet je doen?
- HOE moet je het doen?
- WANNEER (van hoelaat tot hoelaat) moet je het doen?
- Met WIE moet je het doen?
- WAAR moet je het doen?
Wanneer je antwoord hebt op alle stukken en daarmee alle puzzelstukken helder zijn, kan je aan de slag. Er is dan rust. Zolang er onduidelijkheid is op één van de puzzelstukken is er onrust, paniek.
De Geef me de 5 methode is toepasbaar voor eigenlijk iedereen. We hebben allemaal duidelijkheid nodig.
Bij kinderen met een vorm van autisme leg ik altijd de principes uit van de Geef me de 5 methode. Dit geeft vaak veel inzicht.
Meer informatie over de ‘Geef me de 5’ methode is te vinden op de site:
Geef me de 5 | De praktische methodiek voor omgang met mensen met autisme
Pengreep
Om goed te kunnen schrijven en een goede pengreep te hebben, heeft een kind (ondermeer) nodig om:
- De pen goed vast te kunnen houden
- Een goede schrijfhouding te hebben
- Te snappen welke richting letters geschreven moeten worden
Moeite met schrijven en een goede pengreep heeft vaak te maken met nog niet voldoende geïntegreerde reflexen (zie voor meer informatie bij Reflexintegratie). Wanneer bijvoorbeeld het reflex om iets automatisch met de juiste greep te pakken nog niet voldoende is geïntegreerd gaat een kind compenseren. Het kan dan heel groot en/of slordig/ongecontroleerd gaan schrijven, met heel veel kracht, ze zitten met hun neus op de tafel of juist helemaal scheef.
Door de reflexen alsnog te integreren samen met oefeningen die thuis worden geoefend kan de handgreep en daarmee het schrijven worden verbeterd.
Als een kind nog niet goed weet wat de schrijfrichting is, bijv. het schrijft de letters achterstevoren of ondersteboven, dan heeft dit (vaak) te maken met het lateralisatie proces (zie voor meer informatie bij Lateralisatie). Tijdens het lateralisatie proces is er altijd een fase dat kinderen de ‘verkeerde’ richting op schrijven. Dit is een normale fase. Duurt deze fase echter te lang dan kan dit verschillende oorzaken hebben:
- Er is nog niet voldoende samenwerking tussen de hersenen (zie voor meer informatie bij Lateralisatie)
- Er is sprake van een linkeroogdominantie (zie voor meer informatie bij Leerstijl). Bij een linkeroogdominantie scannen de ogen van rechts naar links. De hersenen zien dus bijv. bij het getal 72 eerst de 2 en daarna de 7 waarna ze 27 opschrijven. Of het woord wordt van achter naar voren geschreven. Braingymoefeningen om de samenwerking van de hersenen te stimuleren zijn helpend om de hersenontwikkeling en daarmee het lateralisatie proces te stimuleren.